In de middeleeuwen begon men in Europa de muren met wandtapijten te behangen. Het gebruik van tapijten langs de muren werd door de Arabieren of kruisvaarders in Europa geïntroduceerd. Eind 16e eeuw kwam het in de mode om goudleerbehang te gebruiken, bedrukt met figuren. Aanvankelijk werden de allerduurste soorten op bestelling met de hand beschilderd, soms met blokken bedrukt Daarna werden ze aan elkaar geplakt door de vaklieden. Rond 1800 waren er wel twintig behangschilders aan het werk in Nederland De schilders werkten aan huis, bij de opdrachtgever zodat ze rekening konden houden met de lichtinval. Ze imiteerden de natuur met vredige taferelen en landschappen.
Rond 1835 kwamen de rollen behang op de markt. Aan het einde van de 19e eeuw daalde de papierprijs. Ook de motieven werden armzaliger. In de tweede helft van de twintigste eeuw werd motiefbehang steeds zeldzamer, om tegen het einde bijna verdwenen te zijn. Oud leerbehang is zeer kwetsbaar en dient met de allergrootste zorg te worden behandeld. Dat kan alleen een deskundige restaurateur.